Deze pagina geeft mijn mensbeeld weer. Dit is gebaseerd op de vijf rollen van de leerkracht. Elke rol geeft aan in hoeverre ik deze rol al beheers, maar dit in vergelijking met de andere rollen. Ik heb dit mensfiguur aan het begin van de opleiding, halverwege de opleiding en aan het einde van de opleiding ingevuld. Ik ging er eerst vanuit dat het een beeld gaf over mijn ontwikkeling. Ik ben hier zelf een beetje op terug gekomen omdat ik het vooral een manier vind om te kijken in welke rollen je je kan (blijven) ontwikkelen i.p.v. dat het een beeld geeft van hoe goed je een rol beheerst.
De pedagoog (9)
Het is bijzonder om te zien hoeveel punten je je de rollen aan het begin van de opleiding geeft en uiteindelijk aan het einde van de opleiding. Ik begon voor mijzelf met een score van 11, maar merkte gedurende de opleiding en stages dat pedagogiek in het onderwijs toch een stuk hoger ligt dat het niveau in de opvang. Ik vind dan ook niet dat ik slechter ben geworden in deze rol. Het heeft meer te maken met de ontwikkeling van mijzelf in de andere rollen. Ik heb gemerkt dat ik gedurende de stages beter weet wat er allemaal hoort bij de rol van de pedagoog. De laatste stages heb ik vooral gewerkt aan het consequent handelen. 'zeggen wat je doet en doen wat je zegt'. Dit was een tip van meerdere coaches en begeleiders van de Hanze. Tijdens mijn LiO-stage heb ik een actievere rol gehad dan andere stages. Ik heb geleerd om meer conflicten in de klas op te lossen en vooral kijken hoe ik lastig gedrag van leerlingen kan beïnvloeden. Niet alleen door te straffen, maar ook te kijken naar hoe ik ze kan belonen en of een beloningssysteem werkt. Het hielp hierbij dat ik tijdens mijn LiO-stage best een pittige groep had. Mijn coach gaf aan dat het ook voor haar een lastigere groep was dan ze zelf ooit heeft gehad. Het heeft mij enorm veel opgeleverd omdat je, zeker in het begin van de Gouden Weken niet kan verslappen en je consequent moet blijven handelen. Uitgeleerd ben ik nooit, ik ga er straks, als ik straks echt zelfstandig voor de klas sta dan moet ik al deze opgedane ervaring gebruiken. In mijn stageverslagen en het eindwerk van de LiO staat beschreven hoe ik de rollen van de pedagoog heb ontwikkeld.
De (vak)didacticus (7)
In de score van de (vak)didacticus heb ik een punt hoger ingevoerd dan halverwege de opleiding. Dit komt voornamelijk voort uit de stage die ik heb gelopen bij de kleuters. Waarin weinig methodelessen beschikbaar waren en er van mij werd verwacht dat ik de lessen kon vormgeven aan de hand van de doelen die gesteld werden. Bij de kleuters heb ik veel lessen zelf moeten ontwerpen en daarbij een knutselwerk of andere verwerkingsopdracht bij moeten bedenken.
Tijdens de stages heb ik voornamelijk veel methodelessen gegeven. Ik heb dit wel geprobeerd met een 'eigen' sausje. Dus soms een beetje afwijken, zonder het doel uit het oog te verliezen. Ik heb verschillende lessen kunstzinnige oriëntatie (lampions, knutselwerken kleuters), digitale geletterdheid en lessen bewegend leren gegeven. Deze lessen waren uit mijn comfortzone maar ik zag hoe leuk de leerlingen dit vonden. Vooral de lessen die te maken hadden met digitale geletterdheid en bewegend leren vonder de leerlingen hartstikke leuk.
In mijn stageverslagen en het eindwerk van de LiO staat beschreven hoe ik de rollen van de (vak)didacticus heb ontwikkeld.
De onderzoeker (9)
Ik heb de score van de onderzoeker een punt naar beneden gedaan.
Ondanks dat ik veel onderzoek heb gedaan ben ik er tijdens de laatste stages echt achter gekomen wat het belang is van onderzoeken, observeren en ook noteren. Ik heb in twee groepen stage gelopen die af en toe best uitdagend konden zijn. Veel observeren en hier en daar een gesprek met een leerling, ouder en de coach.
Ik heb dit jaar onderzoek gedaan naar manieren om woordenschat te ontwikkelen bij kleuters en een leerling gevolgd die snel afgeleid was. Beiden werden aan de hand van dezelfde methode onderzocht, het ImRad-model.
Ik heb mijn eigen ontwikkeling doorgezet door kritisch naar mijzelf te blijven kijken. Er komt voor mijn gevoel, ook steeds meer zichtbare dingen tevoorschijn als je de hele dag les geeft. Samen met mijn coach heb ik hier vaak naar gekeken en gekeken naar manieren die voor mij zouden kunnen werken.
In mijn stageverslagen en het eindwerk van de LiO staat beschreven hoe ik de rollen van de onderzoeker heb ontwikkeld.
De verbinder (7)
In mijn oude werk stond ik al regelmatig ouders te woord over de ontwikkeling van zijn/haar kind. Ook in het onderwijs is dit het geval. Ik ben bij oudergesprekken aanwezig geweest, heb gesprekken gevoerd en gezien hoe verschillende coaches dit oppakte. Er is een mooie leidraad te zien. Er wordt benoemd wat beter kan/moet, vervolgens altijd positief afsluiten en nog even samenvatten wat er nou eigenlijk gezegd is door de leerkracht en door de ouder.
Tijdens de stageperiodes vond ik het daarnaast erg fijn om te sparren met collega's en mijn coach over bepaalde ideeën, de kijk op leerlingen en hoe bepaalde problemen op te lossen. Ik vond het vooral fijn om erachter te komen dat mijn beeld van een leerling nooit echt afweek van het beeld wat mijn coach van een leerling had.
Zeker tijdens mijn LiO-fase heb ik hier veel in geleerd. Omdat ik samen met mijn coach elke dag een overdracht had en ik heel veel heb geleerd om, door dagelijks voor de klas te staan en te werken aan andere rollen, veel moest overleggen. Ik vind dat ik onbewust best veel aan deze rol doe en met collega's praat over het onderwijs. De vervolgstap die ik nog kan maken is vooral mijn gespreksvoering. Hierin kan ik mij nog wel ontwikkelen. Het volgen van de lijn van het gesprek, maar ook zeker het luisteren naar de vraag van ouders/leerlingen in zo'n gesprek.
In mijn stageverslagen en het eindwerk van de LiO staat beschreven hoe ik de rollen van de verbinder heb ontwikkeld.
De ‘beïnvloeder’ (8)
In al mijn ingevulde mensfiguren vond ik het invullen van de rol van de 'beïnvloeder' misschien wel het moeilijkste. In de beginperiode ging het vooral om het geven van lessen en je echt ontwikkelen in de andere rollen van de leerkracht. Naarmate de tijd vorderde werd deze rol ook steeds belangrijker. Hoe kijk je naar bepaalde zaken in het onderwijs. Omdat ik steeds meer ervaring heb opgedaan bij verschillende stages ga je ze ook vergelijken. Maar ook kijken wat ik mee neem van een andere leerkracht, wat ik niet mee neem en hoe mijn visie steeds duidelijker was en groeide tot een soort ideaalbeeld. Ik heb een stuk bewuster nagedacht over bepaalde zaken en hoe ik hier naar keek. Omdat ik hier nu een stuk kritischer naar heb gekeken heb ik mijzelf een punt hoger gegeven dat halverwege de opleiding. Tijdens de opleiding heb ik ook visiestukken geschreven over o.a. kunstzinnige oriëntatie, taal en een 'ideale' school omschreven aan de hand van wat ik belangrijk zou vinden. Het is belangrijk om in mijn achterhoofd te houden dat de school die ik ga uitkiezen moet passen bij mijn visie op bepaalde zaken die ik wil uitdragen.
Zo vind ik bijvoorbeeld dat taallessen altijd in combinatie moeten worden gegeven met meerdere domeinen. Dus niet alleen lezen, maar er ook over praten of schrijven. Er moet tijd zijn voor bewegend leren in de klas. Ik het hier actief naar gekeken en gezien dat het plezier hiervan een stuk groter wordt bij de leerlingen.
In mijn stageverslagen en het eindwerk van de LiO staat beschreven hoe ik de rollen van de verbinder heb ontwikkeld.
Conclusie
Het is nooit verkeerd om eens terug te kijken wat ik in deze 2,5 jaar allemaal bereikt hebt. Van nul ervaring in het vak als leerkracht, bijna afgestudeerd en klaar om 'echt' zelfstandig de groepen te gaan draaien. Het is moeilijk voor te stellen hoe ik mijn eerste les gaf, zenuwachting, gespannen en bang om een les te geven die misschien niet goed was. Veel stage-uren, begeleiding, literatuuronderzoek, verschillende leerlingen en lessen verder vind ik dat ik er klaar voor ben!
Zoals hierboven naast het 'mensbeeld' vertoond denk ik dat je kan zien in welke rollen je je kunt blijven ontwikkelen. Elke keer zijn er wel aanpassingen nodig in het onderwijs om het onderwijs te bieden dat nodig is. Je moet in het vak met de tijd mee. Terugkijkend op deze laatste jaren denk ik dat er een niet al te grote verschuiving heeft plaatsgevonden tussen de rollen van de leerkracht. Nee, alles is wat naar elkaar toegegroeid. Het ene heft het andere niet op, maar staat in verband met elkaar. Het geven van een goede les kan alleen als er goed klassenmanagement is. De manier hoe ik kijk naar de leerlingen, de (inhoud van de) lessen en de school heeft invloed op hoe ik deze lessen geef en hoe ik de leerlingen benader. De rollen zijn los van elkaar te beoordelen, maar ze zijn ook met elkaar verbonden.
Waar ik na een jaar blij was met een rustige halve dag, prima klassenmanagement en leuke lessen doe je het daar je laatste stage niet meer voor. Dan wil je dat alles goed gaat, je een goede band met de leerlingen hebt, maar ook dat je vooral leuke, inspirerende lessen kan geven. Ik vind het mooi om terug te kijken hoe ik dan nu terugkijk op de verschillende periodes.